annotated.ECLI.NL.RBMAA.2008.BF0491.xml Maven / Gradle / Ivy
Go to download
Show more of this group Show more artifacts with this name
Show all versions of rechtspraak Show documentation
Show all versions of rechtspraak Show documentation
Java library for consuming the Rechtspraak.nl API
ECLI:NL:RBMAA:2008:BF0491
text/xml
public
2013-04-05T03:21:51
2013-04-05
Raad voor de Rechtspraak
nl
BF0491
Rechtbank Maastricht
2008-09-03
297245 CV EXPL 08-5054
Uitspraak
Eerste aanleg - enkelvoudig
NL
Civiel recht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMAA:2008:BF0491
text/html
public
2013-04-05T03:21:51
2008-09-11
Raad voor de Rechtspraak
nl
ECLI:NL:RBMAA:2008:BF0491 Rechtbank Maastricht , 03-09-2008 / 297245 CV EXPL 08-5054
Consumentenrecht, telefoniezaak, algemene voorwaarden, beding, onredelijk bezwarend, ambtshalve toesing, HvJ EG
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
Zaak/rolnr.: 297245 CV EXPL 08-5054
Typ.: CJ
Vonnis van de kantonrechter d.d. 3 september 2008
inzake
de naamloze vennootschap Orange Nederland N.V.
woonplaats hebbende te ’s-Gravenhage
eiseres
gemachtigde J.H.L. Sinkiewicz, gerechtsdeurwaarder te Maastricht
tegen
[gedaagde]
wonende [adres]
[woonplaats]
gedaagde.
1. Het verdere verloop van de procedure
De bij het tussenvonnis van 2 juli 2008 gelaste comparitie van partijen heeft op 1 augustus 2008 plaatsgevonden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt.
De inhoud van voormelde stukken geldt als hier ingevoegd.
De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1 Orange vordert - na vermeerdering van eis - om [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 2.234,34, zijnde € 1.839,63 aan hoofdsom, € 300,00 aan buitengerechtelijke incassokosten exclusief BTW en € 94,71 aan vervallen rente, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.839,63 vanaf 19 juni 2008, alsmede met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2 Orange legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] bij Orange een aanvraag tot levering van telecommunicatiediensten heeft ingediend. Orange heeft deze aanvraag aanvaard en ten behoeve van [gedaagde] een aansluiting gerealiseerd. Aldus is tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen, waarbij [gedaagde] zich jegens Orange heeft verplicht tot betaling van de daaraan verbonden vaste en variabele tarieven en een vaste maandelijkse vergoeding voor het abonnement.
2.3 [gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna - voorzover nodig - zal worden ingegaan.
3. De verdere beoordeling
3.1 Aan de hand van de overgelegde facturen maakt de kantonrechter op dat [gedaagde] kennelijk een tweetal overeenkomsten met Orange heeft gesloten. Op grond van de overeenkomsten heeft [gedaagde] een telefoonaansluiting van Orange in gebruik gehad met nummer 06-18426232 respectievelijk 06-18426806. De kantonrechter acht het voor een zorgvuldige beoordeling van de onderhavige vordering van belang dat Orange bij akte een afschrift van de onderhavige overeenkomsten in het geding zal brengen.
3.2 [gedaagde] erkent de overeenkomst, doch voert aan dat hij de overeenkomst onder dwang van derden heeft afgesloten. [gedaagde] heeft hiervan aangifte gedaan en stelt dat er drie jaar geleden een rechtszaak bij de rechtbank Maastricht is geweest. De stukken daarvan liggen bij zijn toenmalige advocaat mr. Beulen. De kantonrechter zal [gedaagde] in de gelegenheid stellen de stukken alsnog bij akte in het geding te brengen, waarop Orange vervolgens mag reageren.
3.3 Wegens een betalingsachterstand heeft Orange haar dienstverlening, met toepassing van haar algemene voorwaarden, beëindigd en heeft zij de aansluiting van [gedaagde] geblokkeerd. Orange heeft vervolgens op grond van artikel 14 lid 2 van haar algemene voorwaarden de resterende abonnementskosten tot aan het einde van de overeengekomen contractsperiode in rekening gebracht.
3.4 De kantonrechter stelt op grond van de overgelegde facturen vast dat de hoofdsom ad
€ 1.839,63 betrekking heeft op beide abonnementen en als volgt is opgebouwd:
- de vordering betreffende het abonnement met telefoonnummer 06-18426232 bedraagt € 1.012,51, zijnde € 460,01 aan abonnements- en verbruikskosten over de maanden november 2005 tot en met mei 2006 en € 552,50 aan resterende abonnementskosten tot het einde van de overeengekomen contractsperiode;
- de vordering betreffende het abonnement met telefoonnummer 06-18426806 bedraagt € 827,12, zijnde € 274,62 aan abonnements- en verbruikskosten over de maanden november 2005 tot en met mei 2006 en € 552,50 aan resterende abonnementskosten tot het einde van de overeengekomen contractsperiode.
3.5 Voorts staat tussen partijen onweersproken vast dat op de litigieuze overeenkomst de algemene voorwaarden van toepassing zijn. De kantonrechter merkt echter op dat Orange heeft verzuimd de algemene voorwaarden over te leggen. De kantonrechter acht het voor een goede beoordeling van de zaak, alsmede gezien hetgeen hierna nog wordt overwogen, nodig dat Orange de algemene voorwaarden in het geding brengt.
3.6 Orange legt aan de vordering terzake de verschuldigdheid van de gelden voor de resterende abonnementsperiode artikel 14 lid 2 van haar algemene voorwaarden ten grondslag. Te dien aanzien is naar het oordeel van de kantonrechter het volgende van belang.
3.7 Ingevolge de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ) van 27 juni 2000 (NJ 2000/730, Océano) en 26 oktober 2006 (NJ 2007/201, Mostaza Claro), is de kantonrechter ambtshalve verplicht tot toetsing van onredelijk bezwarende bedingen in algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten.
3.8 In de EG Richtlijn 93/13/EEG van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is bepaald in artikel 3:
“
Artikel 3
1. Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
2. (…)
3. De bijlage bevat een indicatieve en niet uitputtende lijst van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt.”
3.9 In de bijlage bij Richtlijn 93/13/EEG is opgenomen onder e) dat als oneerlijk in de zin van artikel 3 lid 3 van de Richtlijn kunnen worden aangemerkt, bedingen, die tot doel of tot gevolg hebben: “de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen.”
3.10 Onder o) is opgenomen, dat als oneerlijk in de zin van artikel 3 lid 3 van de Richtlijn kunnen worden aangemerkt, bedingen die tot doel of tot gevolg hebben: “de consument te verplichten al zijn verbintenissen na te komen, zelfs wanneer de verkoper zijn verbintenissen niet nakomt.”
3.11 De kantonrechter is voorshands van oordeel dat een beding, als opgenomen in artikel 14 lid 2 van de toepasselijke algemene voorwaarden, gekwalificeerd kan worden als een beding dat tot doel of tot gevolg heeft om aan de consument, die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen. Tegenover de verplichting tot betaling van de vaste abonnementskosten over de resterende looptijd van de overeenkomst, staan vanaf datum ontbinding immers geen diensten meer van Orange.
3.12 In het kader van een richtlijnconforme interpretatie van artikel 6:233 sub a Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) vormt het feit, dat een beding is opgenomen in de bijlage bij artikel 3 lid 3 van de Richtlijn 93/13/EEG, een indicatie, dat er sprake is van een onredelijk bezwarend beding.
3.13 Concluderend komt de kantonrechter dan ook tot het voorlopig oordeel, dat artikel 14 lid 2 van de algemene voorwaarden mogelijk een onredelijk bezwarend beding betreft, welk beding de kantonrechter, gelet op de inhoud van het voornoemde Mostaza Claro arrest, op grond van artikel 6:233 sub a BW buiten toepassing zou moeten laten. Of daadwerkelijk sprake is van een onredelijk bezwarend beding dient te worden beoordeeld in het licht van alle omstandigheden van het geval.
3.14 De kantonrechter zal Orange in de gelegenheid stellen zich bij akte uit te laten omtrent de geldigheid van artikel 14 lid 2 van de algemene voorwaarden in het licht van hetgeen onder 3.7 tot en met 3.13 van dit tussenvonnis is opgenomen, zulks onder overlegging van de litigieuze algemene voorwaarden. Orange stelt weliswaar dat zij schade heeft geleden door de vroegtijdige beëindiging, maar concretiseert haar schade niet. De kantonrechter stelt Orange tevens in de gelegenheid om bij akte haar schadeposten te concretiseren. [gedaagde] zal vervolgens bij akte kunnen antwoorden.
3.15 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
4. De uitspraak
De kantonrechter:
stelt [gedaagde] in de gelegenheid bij akte de stukken met betrekking tot de strafzaak in het geding te brengen en stelt Orange bij diezelfde akte in de gelegenheid om zich uit te laten omtrent het in rechte in 3.7 tot en met 3.14 overwogene alsmede de aangegeven producties in het geding te brengen;
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 1 oktober 2008 om 10.00 uur voor akte aan de zijde van beide partijen en stelt beide partijen in de gelegenheid vier weken nadat de akten zijn genomen een antwoordakte te nemen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. A.J. Henzen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.